Nieuwsbrief GPP – zomer 2017
Gent, 30 juni 2017
Voor wie zich niet schuldig maakt aan wat men in het onderwijs luxeverzuim noemt, en dus al op vakantie zou zijn, komt deze laatste nieuwsbrief misschien nog net voor het (school)verlof. De laatste werkmaand, juni, was goed gevuld met Gezelschapsactiviteiten; waaronder een seminarie van het I-AEP en de intercarteldag. Behalve een subjectief gekleurde, korte terugblik daarop, zal deze nieuwsbrief ook de stand van zaken in verband met de psy-wetgeving en een vooruitblik naar het komende werkjaar bevatten.
Waarom en hoe zich verenigen? Dat was de vraag waarrond mensen van het Gezelschap en het Inter-Associatif zich in het weekend van 3 en 4 juni verenigden. Het bleek een vraag die andere vragen opende. Waarom richt men zich tot een collectief, en niet (enkel) tot een individu (analyticus, supervisor, …)? Hoe onthaalt een collectief een individu? Enkele nieuwe en oude leden van het Gezelschap getuigden wat het voor hen betekende lid van het GPP te worden of zijn. Leen Van de Steene sprak als secretaris onthaal over verschillende betekenissen van onthalen. Eén van de functies van onthalen benoemde ze als ont-halen. Bij het onthalen gaat het niet enkel over erbij komen, maar ook over iets weghalen, bijvoorbeeld het idee dat men op zichzelf zou kunnen zijn en aan zichzelf genoeg zou kunnen hebben. Of nog; misschien biedt een collectief juist de mogelijkheid te ontsnappen aan (het individu van) de analyticus?
Ik maak nu heel sterke reducties van een bijzonder boeiende voormiddag. Het is ook moeilijk om iets over te dragen van een collectief spreken – mogelijks spreekt dit zodanig eigen dat het een nieuwe, moeilijk te vertalen, taal creëert. In een collectief met Frans, Nederlands, en Italiaans sprekenden, kwam de vertalingskwestie (waar connecteert of deconnecteert iets?) uitgebreid aan bod. En precies op punten waarop iets niet valt over te zetten naar een andere taal, wordt het bijzonder interessant. Op die punten gebeurt iets dat zowel het niveau van de betekenis als dat van het gebrek aan betekenis aanboort. Het is in die regionen dat ook de eigennaam zich situeert. Ook de naam kwam dus, vooral in de namiddagdiscussies, aan bod. Nizar Hatem verwees bijvoorbeeld naar het gegeven dat net die symbolen die in de twee talen op de steen van Rosetta gelijk waren, Champollion toelieten zijn vertaling te beginnen. Dat symbool dat in elke taal gelijk blijft: de naam, die schijnbaar geen betekenis heeft, maar toch gekristalliseerde of gecomprimeerde syntaxis is.
In de inleiding van de dag sprak ik over de vertalingskwestie in een taal die ik niet machtig ben, het Frans, en gebruikte veel freudiaanse, Duitse termen. Daarna gaf ik het woord aan de voorzitter van het I- AEP, Nizar Hatem, zeggende: “Je donne la parole à Nazir” (in plaats van Nizar). Al die Duitse concepten resoneerden, zo dacht ik nadien, met mijn grootvader, die na de oorlog gevangen gezet werd op verdenking van collaboratie en naar het ongemak waarmee de familie daar bleef mee omgaan. Zo sloop ‘nazi’ in Nizar. In de heel andere en aangenamer sfeer van collaboreren op het seminarie, excuseerde ik me bij Nizar voor mijn ‘gewelddadige’ verspreking van zijn naam. Daarop vertelde hij hoe vaak die verspreking wel gemaakt wordt en hoe hij er tien jaar over deed vooraleer hij zelf, als geëmigreerde Libanese Jood, het woord ‘nazi’ in de verspreking Nazir kon horen.
Hoe zijn naam en betekenis aan elkaar verklonken of net niet? Het is een vraag die ook opduikt in Plato’s dialoog Cratylus, waarover Eli Noé mooi sprak op de intercarteldag. Door hem te vermelden doe ik uiteraard onrecht aan de andere sprekers, die stuk voor stuk interessant spraken over hun lectuur-, cartel- en analytische ervaringen en stof tot – bij tijden pittige – discussie aanbrachten.
Pittige politiek, dan. Medio deze maand zijn de zitjes in de federale raad voor de geestelijke gezondheidszorg ingenomen. Maggie De Block maakte bekend wie die eer te beurt valt. Men kan die lijst namen op veel manieren interpreteren; van heel negatief tot mild positief (er zitten enkele ‘analytisch georiënteerden’ bij, waaronder mensen van Klipsy). Belangrijk is in elk geval dat twee mensen van Uppsy- Bupsy (één effectief en één vervangend lid) werden gekozen. Zoals eerder gemeld werd APPPsy niet als representatieve beroepsvereniging weerhouden. Zij dienen klacht in tegen die beslissing. Na overleg met de advocaat werd beslist dat het GPP dat niet doet omwille van het feit dat wij geen rechtstreeks betrokken partij zijn. Er zijn echter heel wat bedenkingen te formuleren over de samenstelling van de federale raad en hoe die tot stand kwam. Op dat laatste vlak is er ten eerste weinig of geen transparantie. Ten tweede is het argument waarmee de ene beroepsvereniging niet weerhouden werd (bijvoorbeeld APPPsy omdat zij niet alle klinisch psychologen zouden vertegenwoordigen) absoluut niet consequent toegepast en blijkt het niet te gelden voor andere verenigingen (zoals bijvoorbeeld Amopsy die enkel de belangen van psychoanalytische psychiaters behartigt). Ten derde is het ook onduidelijk hoe de effectieve en vervangende leden van de raad aan elkaar gekoppeld werden. Ten vierde is er een punt dat we ook In de klachten (cfr infra) aankaartten: door het schrappen van de artikels 11 en 12 van de wet kunnen psychotherapeuten zonder gezondheidszorgdiploma verder werken. Wij, aanhangers van de lekenanalyse, zijn daarover verheugd. Het schrappen van de artikels brengt met zich mee dat een beroepsgroep bestaat die helemaal niet vertegenwoordigd is in de raad, en ook dat is niet correct. En ten slotte rijst de vraag of de aangeduide voorzitter van de raad, Nady Van Broeck, wel doet wat van de beroepsverenigingen gevraagd wordt: alle groepen en strekkingen vertegenwoordigen. Zij liet zich immers al vaker heel negatief uit over de psychoanalyse.
Op de laatste samenkomsten met Uppsy-Bupsy op 20 juni besloten we dan ook om een open brief of opiniestuk te schrijven dat deze elementen aankaart. We vonden het belangrijk deze kritiek te uiten. Op deze bijeenkomsten ontsproot ook het idee om een alternatief voor de regionale psychologenkringen van de BFP op poten te zetten. In de vorige nieuwsbrief las je al dat Sarah Vande Walle daar werk van maakt. Wie geïnteresseerd is in verdere info over Uppsy-Bupsy mag alvast 16 september noteren. Meer details en een uitnodiging volgen nog.
Ondertussen vordert de procedure in de klachten van APPPsy, Uppsy-Bupsy, enkele orthopedagogen, en het GPP tegen de wet De Block bij het grondwettelijk hof. Het hof onderzocht minitieus of al de klachten ontvankelijk en gegrond zijn. Daarop konden het kabinet De Block en de indieners van de klachten repliceren. Dat laatste gebeurde eind deze maand. De komende maanden doet het hof dan een einduitspraak. Daarnaast is er ook de klachtenprocedure voor de raad van state, maar die zit nog in een minder ver gevorderd stadium.
Een duidelijker toekomstperspectief is dichter bij huis te vinden. Gisteren was er de allerlaatste activiteit van het werkjaar plaats: de evaluatie van het werkjaar van het Vormingsinstituut. Het programma voor volgend jaar krijgt mooi vorm. Er zijn al 13 seminaries die op de infoavond op 20 september zullen geintroduceerd worden. Er volgt nog een uitnodiging voor die avond.
Aan het einde van de zomer is er geen barbecue zoals vorig jaar. Wél voorzien we iets in die trend na de algemene vergadering op – noteer! – zondag 1 oktober. Uiteraard worden alle leden ook voor dit gebeuren nog officieel uitgenodigd. Maar voorzie zeker ruimte in de spijsvertering om de verkiezingen en statutenwijzigingen (waarover je in september nog bericht krijgt) door te spoelen of weg te happen.
Een prettige zomer,
Dries