Summerschool 23 tot 25 augustus 2024
Summerschool. Lichamen en wetten. Een kritische bespreking van de concepten van doodsdrift, levensdrift, destructiedrift vanuit Freuds “Het onbewuste” (1915) en “Het Ik en het Es” (1923)
Gertrudis Van de Vijver
Los van het feit of Freuds tekst van 1920, “Jenseits des Lustprinzips” het werkelijke kantelpunt zou zijn geweest waar Freud zijn conceptie van het psychisch apparaat radicaal wijzigde, blijft de tekst in vele opzichten belangrijk, hoewel enigmatisch. We vinden er vele zaken verknoopt: het psychisch apparaat als ingeschreven in de orde van het biologische, maar desalniettemin ook onafhankelijk ervan functionerend – wat betekent die verknoping, wat die onafhankelijkheid? –; de levensdrift en de doodsdrift – het doel van het leven is de dood, zo zegt Freud zonder enige concessie, waarvan Lacan maakt dat het psychische leven “op de rails” van de dood te situeren is, en niet, zoals sommige vitalisten het zien, als een streven dat de krachten van de dood tegenwerkt; de herhalingsdwang, die we ook al vroeger, zelfs in De Droomduiding, aangekondigd vinden maar die hier een veel prominentere plaats inneemt; het genot, in verhouding tot het plezier, waarbij het grote vraagteken rijst hoe we van hieruit de doodsdrift en de levensdrift een plaats kunnen geven.
Jenseits is een later werk van Freud. We lezen het grondig en traag, en we verknopen het met het werk van Lacan, alvast het dertiende seminarie Logique du Fantasme (vooral sessie 15.02.1967), maar ook latere werken. De horizon van deze bevraging zal voornamelijk de meandering rond de doodsdrift zijn, in onze cultuur van vandaag en van de laatste decennia zo verbazend snel als destructiedrift gezien. Hoe komt dat toch? Mijn hypothese is dat de doodsdrift als destructiedrift zich veel gemakkelijker inschrijft in een verhaal van collectivisering, een verhaal van de goeden tegen de slechten, een verhaal van verbetering tegen de achtergrond van een mensheid die het noorden kwijt is en dringend nood heeft aan wijsheid en moraliteit, wijzen en instructeurs. Me dunkt hadden Freud en Lacan iets anders voor ogen, iets dat mikt op singuliere mondigheid als uitdrukking van een telkens opnieuw te kanaliseren heterogeniteit van lichaam en taal, zintuig en begrip, doodsdrift en levensdrift.
Waar?
Galerij Tess, Sint-Kwintensberg 9 – 9000 Gent
Wanneer?
23 tot 25 augustus 2024