La Resistencia de la Psicoanalisi
Psychoanalyse en Vrijheid.
Voor een seminarie te Turijn over het thema: De Weerstand van de Psychanalyse.
De hedendaagse institutionele psychologie heeft een weg afgelegd die haar er geleidelijk toe gebracht heeft een techniek uit te werken die de bewuste delen van het Ik wil versterken en die het Onbewuste behandelt als een vreemd element, of beter, als excentrisch ten opzichte van het sociale leven. Zelfs de psychoanalisten-psychotherapeuten hebben in dit verband het freudiaanse theoretisch onderzoek verlaten rond het project “Wo Es war soll Ich werden”, waarvan de vertaling symbool staat voor de post-freudiaanse disputen.
Met alle welverdiende waardering voor de intensiteit van wat gerealiseerd werd in het domein van de theoretische en klinische psychologie om het hoofd te bieden aan het onwelzijn van het subject, kunnen we er niet aan voorbij gaan dat de voortaan gebruikelijke vermenging van psychotherapie et politieke controle op sociaal-economisch vlak ertoe geleid heeft een ortopedische kliniek van het Ik te verkiezen, door het theoretische evidence-based standpunt te huldigen dat de pijler vormt van alle aanspraak op wetenschappelijkheid van de cognitieve gedragstherapie. Dit alles heeft ertoe geleid het onwelzijn van het subject te behandelen als en gezondheidsprobleem dat min of meer met geneesmiddelen of psychotherapie op te lossen is, en zodoende voorbij te gaan aan het persoonlijke subject in de clinch met de ziekmakende verwarrende dynamieken van een door het westerse kapitalistische discours gedomineerde wereld.
Deze situatie werpt dus twee bedenkingen op:
– Vooreerst, de onwaarschijnlijkheid van de verzekering dat de evidence-based techniek werkelijk beantwoordt aan haar aanspraak het subject, als patient behandeld, sanitair te herstellen,
– Voorts, de aanvaarding door de analytici van een of-of-situatie: ttz kiezen tussen of behoren tot een Staats-psychotherapie en overeenkomstig aansluiten bij een staats-opleiding, of: zichzelf uitsluiten buiten de door de Staat politiek erkende dynamieken.
Deze opsplitsing die voortaan als een juridisch probleem behandeld wordt, vereist een directe aanpak zoals enkel een theoretische én politieke beweging dit kan. Dit kan effectief niet individueel, noch door een vereniging van subjecten bereikt worden want het gaat om de politieke herpositionering van de psychoanalyse als theoretisch-klinische benadering die van het veld der huidige gemedicaliseerde zorgen verschilt.
Freuds theoretische bijdrage heeft de psychologie onttrokken aan de geneeskunde, aan de godsdienst en aan de natuurwetenschappen, en haar teruggebracht tot het domein waar ze thuishoort: de wereld van relaties, een wereld waarin algemene absolute theorien niet thuishoren omdat elke relatie existeert op het ogenblik dat ze zich voordoet en daarna nooit meer dezelfde is.
De crisis van het subject heden ten dage vindt in de analytische relatie de plek voor een partikuliere articulatie en de mogelijkheid van een herwerking van zijn positie in de wereld die het symptoom slechts op verwrongen wijze weergaf. In vele europese landen zoniet in heel Europa worden psychoanalytici die niet ingeschreven zijn in een door de Staat erkende/ingestelde beroepsorde bestempeld als charlatans en out-laws. Deze beschuldiging vloeit voort uit het feit dat de Staat zelf een specifiek parcours bepaald heeft voor de psychotherapie-opleiding, die weinig van doen heeft met de vorming tot psychoanalyticus.
Al of niet “out-law” zijn lost de kwestie niet op. Wie het recht opeist in een niet-gereglementeerde niet beroep-gestruktureerde situatie te blijven, namelijk in een vrijplaats oningevuld door een of andere rechtspraak voor wie een medisch beroep uitoefent, behoren tot een psychoanalytische vorming met eigen regels en traditioneel eigen parcours. Dat is nochtans niet vanzelfsprekend want de huidige politiek rond psychotherapie heeft de theoretische positie van de psychoanalyse ondergraven tot het punt waar ze van zichzelf vervreemd is geworden.
Als we niet tot een voorafbepaalde beroepsgroep wil behoren moeten we een ander element van onderscheid ontwerpen dat de theoretische houdbaarheid en de garantie in de praktijk moet herstellen van wie zich psychoanalyticus noemt, door te beschrijven waarin de psychoanalyse bestaat, hoe men zich voor haar praktijk moet vormen, waaruit deze praktijk bestaat en wat een eventueel beschermingsmechanisme zou kunnen zijn voor de relatie met de analysant.
In Italie werd het onderscheid tussen psychotherapie en psychoanalyse uitgewist ook vanwege het ontbreken van oppositie van de klassieke psychanalytische instellingen die dachten profijt te trekken van hun machtspositie om de enige school van opleiding te worden. En zodoende hebben deze vrij baan gemaakt voor gelijk welke andere theorie over psychotherapie en diens hegemonie om economische redenen. Het gaat hier in t geheel niet om eenvoudig te verklaren kwesties: de enige mogelijkheid om een afstand den opzichte van de psychotherapie te scheppen ligt in een herfundering van een theorie die de ruimte en de geest van Freuds ontdekking en van de psychoanalyse zelf terug vindt.
In elk geval behelst dat een theoretische herpositionering van de leken-psychoanalyse ten einde haar weg te trekken uit al wat haar herleidt tot een toepassing van om het even welke psychologische techniek, dus tot een sociale psycho-hygiene. Het komt er dus op aan die statutaire elementen te hernemen die haar oorspronkelijkheid en autonomie vestigen.
Het is juist in het klinische werk dat de theorie herbevraagd wordt en extra vindingrijkheid vereist om iets te zeggen over wat een psychoanalyse, een klinisch geval is. We hebben een aanvang gemaakt met het opstarten van het ontwikkelingsproces van een plek voor de psychanalytici en de dwingende noodzaak dit te doen is even vanzelfsprekend als de noodzaak dispositieven te ontwikkelen die organisatorisch en theoretisch instaat zijn zo’n onderneming te schragen in zijn meertalige articulaties, ver van het provincialisme dat sinds lang de cultuur in het domein van de psychoanalyse kenschetst. Het betreft dus een plek van voortdurend hernemen van de autonomie van de psychoanalyse en daarmee in het actuele culturele debat treden, juist daar waar de psychoanalyse aangevallen of gedevaloriseerd wordt, met als authentieke hefboom in elk land de dimensie van een europese organisatie.
Waar
Wanneer?
Data
- 07-12-2024
- 08-12-2024